Ambitie
Meierijstad is een bestuurskrachtige gemeente. In de regio stellen we ons op als een gemeente met 100.000+ inwoners. De gemeente werkt informatiegestuurd, hanteert burger- en overheidsparticipatie op maat en kent een dienstverlening dicht bij de inwoner, waarover de inwoners meer dan tevreden zijn. Met participatie geven we inwoners een stem. Daarbij zetten we niet alleen in op de rol van bruggenbouwer tussen voor- en tegenstanders. We vinden het ook belangrijk om juist het stille midden te versterken. In Meierijstad voelt iedereen zich thuis. De gemeente heeft een voorbeeldfunctie. Afspraak is afspraak. Werken aan vertrouwen van inwoners in de overheid en voorkomen of doorbreken van polarisatie in de samenleving, vinden wij belangrijk. Verbindende participatie en een laagdrempelige gemeente past daarbij. De bestuurders en ambtenaren van Meierijstad bieden ruimte aan inwoners, zijn herkenbaar, betrokken, en benaderbaar. De gemeente is een aantrekkelijke werkgever. De ambtelijke organisatie is divers en inclusief. De maatschappelijke opgaven houden niet op bij de gemeentegrens. In samenwerkingsrelaties zijn we een (pro-)actieve partner en soms een trekker. Het bestuur behartigt als ambassadeur en lobbyist de belangen van de gemeente met de professionaliteit van een 100.000+ gemeente. |
---|
Wat willen we bereiken 2023-2026?
Bestuur |
---|
Een strategische visie 2035 op Meierijstad, geïnspireerd door de producten van de Raad van Verbeelding. |
Initiatieven ontstaan op basis van het uitdaagrecht (right to challenge). |
Participatie op maat voor onze inwoners en belanghebbenden, door ze vroegtijdig te betrekken (beginspraak), samen te leren, en te versterken wat er al is. |
Meer bewustzijn over polarisatie en dit bespreekbaar maken in Meierijstad. De burgemeester is daarbij de gemeentelijke ambassadeur in de strijd tegen polarisatie in Meierijstad. |
Een toekomstbestendig bestuurscentrum in Sint-Oedenrode met behoud van een raadzaal. |
Een sterke positie op regionaal, provinciaal en (inter-)nationaal niveau. Het behouden en zo mogelijk uitbreiden van bestuurlijke posities in de regio, de provincie en landelijk past daarbij. |
Dienstverlening |
Een dienstverlening die klantvriendelijk, laagdrempelig, servicegericht en dichtbij is, waarbij we klare taal gebruiken. Waarbij we overbodige regels schrappen en procedures versnellen waar mogelijk. |
Vastgoed |
Een informatie gestuurde exploitatie van ons vastgoed. |
Beleidsindicatoren
In de volgende tabel geven we de verplichte indicatoren weer voor programma 0. In tegenstelling tot de indicatoren bij de overige programma's zijn deze indicatoren gegevens uit de eigen begroting. Een vergelijking met referentiegemeenten is bij het opstellen van de begroting niet te maken.
Indicator | Bron | Jaar | Referentie | Meierijstad | Jaar | Referentie | Meierijstad |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Formatie, Fte per 1.000 inwoners | - | 2022 | n.v.t. | 7,1 | 2023 | n.v.t. | 7,4 |
Bezetting, Fte per 1.000 inwoners | - | 2022 | n.v.t. | 6,4 | 2023 | n.v.t. | 6,8 |
Apparaatskosten | - | 2022 | n.v.t. | 638,2 | 2023 | n.v.t. | 663,7 |
Externe inhuur. Kosten als % van totale loonsom | - | 2022 | n.v.t. | 2,0% | 2023 | n.v.t. | 3,7% |
Totale kosten externe inhuur (bedrag x € 1.000) | - | 2022 | n.v.t. | 875,9 | 2023 | n.v.t. | 1.685 |
Overhead, % van totale lasten. | - | 2022 | n.v.t. | 9,4% | 2023 | n.v.t. | 8,8% |
Toelichting op de tabel:
Bezetting versus formatie
In de begroting 2023 zijn de loonkosten geraamd van de volledige goedgekeurde formatie per 1 januari 2023 De bezetting is een momentopname van juni 2022 van de functies welke daadwerkelijk zijn ingevuld. In de loop van het jaar wijzigt deze bezetting voortdurend door verloop en vacatures. De formatie per 1.000 inwoners is iets toegenomen. Dit komt met name door formatie-uitbreidingen die vanaf de begroting 2022 (met name extra formatie informatiemanagement), en via afzonderlijke voorstellen (actieplan versnelling woningbouw) en bestuursrapportages zijn vastgesteld.
Externe inhuur
In de begroting wordt een budget opgenomen voor inhuur. Op sommige budgetten is daar standaard een bedrag voor geraamd. Daarnaast is er altijd wat vacatureruimte (zie uitleg bezetting versus formatie). Gedurende het jaar wordt een deel van deze vacatureruimte gebruikt als dekking om externe medewerkers in te huren. Zodoende is de begrote inhuur altijd een lager bedrag dan dat er in werkelijkheid wordt betaald. Daar staat tegenover dat de werkelijke kosten van de formatie lager zijn. De toename van de raming aan externe kosten zit met namen in extra inhuurbudgetten die bij de begroting 2023 worden vastgesteld (bijvoorbeeld veiligheidsinformaitieknooppunten (VIK), aanpak vakantieparken en professionaliseringsslag vastgoedbeheer).
Apparaatskosten en Overheadkosten
Apparaatskosten zijn de noodzakelijke financiële middelen voor het inzetten van personeel-, organisatie-, huisvesting-, materieel- en automatiseringskosten en dergelijke voor de uitvoering van de organisatorische taken. Apparaatskosten zijn alle personele en materiële kosten die verbonden zijn aan het functioneren van de organisatie. Bij de apparaatskosten zijn alle personeelskosten meegenomen. De apparaatskosten per inwoner zijn behoorlijk gestegen. Dit komt door het verwerken van de te verwachten loonontwikkeling 2023 en door een toename van de formatie ten opzichte van de begroting 2022.
Overheadkosten zijn alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. In tegenstelling tot apparaatskosten zijn hierbij dus niet alle personeelskosten meegenomen, maar alleen de personeelskosten ten behoeve van sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces.
Het percentage van de overhead wordt bepaald door de kosten van de overhead te delen door de totale lasten van de begroting (exclusief toevoeging reserves).
De overheadkosten zijn gestegen. Ook is het totaal van de lasten van de begroting (exclusief toevoeging reserves) gestegen. Bij de begroting 2022 berekend op € 241 miljoen en bij de begroting 2023 € 266 miljoen. Hierdoor wordt het overheadpercentage, ondanks een toename van de overheadkosten lager.