Het EMU saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven van de overheid. Het EMU saldo van de lokale overheid telt mee voor het EMU-saldo van de totale overheid. In het verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een land maximaal 3% BBP (Bruto Binnenland Product) mag zijn.
In de wet staat dat gemeenten een gelijkwaardige bijdrage moeten leveren aan het terugdringen van het EMU-tekort. Het EMU-saldo ofwel het begrotingstekort mag niet groter zijn dan 3% van het BBP. Het aandeel daarin voor decentrale overheden bedraagt tot en met 2022 0,4%..
Het kabinet heeft in 2019 besloten om de EMU-norm beleidsneutaal door te trekken tot 2022. De norm voor 2023 moet nog bepaald worden. Vooralsnog is de norm van 2022 gehanteerd. Dat betekent dat er geen onderverdeling naar bestuurslaag is gemaakt en dat er geen (individuele) sancties van toepassing zijn.
Met het oog op een betere raming en beheersing van het EMU-saldo wordt er een geprognosticeerde balans voorgeschreven. Hierdoor komt er meer inzicht in de ontwikkeling van investeringen, reserves, voorzieningen en financieringsbehoefte. Aandachtspunt is dat een aantal componenten moeilijk te voorspellen zijn, zoals bijvoorbeeld grond aan- en verkopen.
Uit de balans kan het EMU-saldo worden afgeleid. Dit is het verschil op kasbasis, gemeenten zijn verplicht het baten en lasten stelsel te hanteren. Het verschil is het toerekenen van kosten aan boekjaren. Zo worden in het baten- en lastenstelsel de kosten van investeringen niet in een keer genomen, maar uitgesmeerd over de totale gebruiksduur. Om de afzonderlijke decentrale overheden een beeld te geven wat dit voor hen betekent publiceert het Ministerie BZK in lijn met wet Hof individuele EMU referentiewaarden. Dit betreft geen norm maar een indicatie van het aandeel dat een gemeente in de gezamenlijke tekortnorm heeft.
Voor gemeente Meierijstad is voor 2023 een referentiewaarde van € 8.707.000 als negatief EMU-saldo berekend.
Onderstaande tabel toont de meerjarige EMU-saldi van de gemeente Meierijstad.
In dit overzicht komt een financieringsbehoefte tot uitdrukking in een negatief EMU-Saldo, een overschot leidt tot een positief EMU-saldo.
EMU-saldo | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|---|
Exploitatiesaldo voor toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) | -4.906 | 3.003 | 7.388 | 12.523 | 794 |
Mutatie (im)materiële vaste activa | 45.712 | 12.552 | 12.493 | 10.911 | 10.681 |
Mutatie voorzieningen | 2.877 | -1.393 | -2.661 | 403 | 1.728 |
Mutatie voorraden (inclusief bouwgronden in exploitatie) | -16.751 | -33.482 | -20.501 | -16.871 | -5.129 |
Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en (im)materiële vaste activa | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Berekend EMU-saldo | -30.990 | 22.540 | 12.735 | 18.886 | -3.030 |
Norm EMU-saldo | -8.672 | -8.707 | -8.707 | -8.707 | -8.707 |
Overschrijding (-) of onderschrijding (+) ten opzichte van de norm | -22.318 | 31.247 | 21.442 | 27.593 | 5.677 |